zondag 26 februari 2017

Spijkerschrift, Kader Abdolah

Samenvatting
Aga Akbar werd als doofstomme ter wereld gebracht. Zijn oom, Kazem Gan, die zijn opvoeding ter harte nam, leerde hem het spijkerschrift, een oud schrift dat in een grot in de berg stond ingekrast. Zo houdt Aga Akbar zijn eigen dagboek bij in spijkerschrift, omdat hij nooit iets anders leerde.
Bij zijn tweede vrouw krijgt hij 4 kinderen: een zoon, Ismaiel, en drie dochters waaronder Goudklokje. Als beroep leert hij het vak tapijtknopen, maar omdat hij er niet van houdt op één plek te blijven, wordt hij tapijtreparateur. Soms verdwijnt hij in de bergen en blijft een paar dagen weg. Niemand weet wat hij daar gaat doen, maar Ismaiel, die tot taak heeft genomen voor zijn doofstomme vader te zorgen, denkt aan een andere vrouw.
De kinderen worden groot, de zoon van de Sjah komt aan de macht en Ismaiel, die dit boek schrijft, gaat naar de stad om te studeren. Daar komt hij in aanraking met de linkse ondergrondse beweging en wordt een actief lid. Intussen nemen de Imams de regering over, wat, zoals al snel blijkt, geen politieke vrijheid geeft voor de Ondergrondse beweging.
Als het zo uitkomt betrekt Ismaiel ook zijn vader in de geheime acties: hij verbergt een ontsnapte politieke gevangene in zijn ouderlijk huis. Hierdoor komt Goudklokje in aanraking met hun overtuigingen en gaat ook bij de Ondergrondse.
Eenmaal weet Ismaiel nog tijd te maken voor zijn vader om een berg te beklimmen, waarin blijkt dat zijn oude vader toch best nog een taaie man is.
Wanneer het uiteindelijk voor Ismaiel mis dreigt te gaan, vlucht hij en komt hij na omzwervingen in Nederland te wonen.
Als Goudklokje gevangen wordt gezet, bezoeken haar ouders haar iedere week, maar op een dag is ze verdwenen... Verhalen doen de ronde dat er 3 gevangenen zijn ontsnapt en de bergen in zijn gevlucht. In de hoop dat één ervan zijn dochter is, klimt ook Aga Akbar, inmiddels op hoge leeftijd en met slechte gezondheid, haar achterna om haar te helpen. In de lente wordt zijn stoffelijk overschot gevonden op de berg. Wat er van Goudklokje is geworden zal niemand ooit weten...

(Bron: http://www.hotel-boekenlust.nl/bibliotheek/548-Kader-Abdolah-Spijkerschrift.html)

Mening 
'Spijkerschrift' vind ik een mooi boek, maar de vorige boeken die ik heb gelezen vind ik mooier. Het eerste stuk was moeilijk te volgen en vind ik daarom niet zo mooi. Het tweede en derde gedeelte van het boek vind ik daarentegen wel heel erg mooi.
Kader Abdolah schrijft met korte zinnen en in duidelijk Nederlands, waardoor het boek goed te volgen is. Een nadeel is alleen dat er ook Perzische woorden in zijn boek voorkomen. Deze woorden worden achterin het boek uitgelegd, maar het is wel vervelend om ze steeds op te zoeken. Ik had het fijner gevonden als de woorden gewoon op de pagina zelf uitgelegd zouden worden.
Ik vind het vooral heel erg leuk dat Abdolah in zijn boek verwijst naar gedichten, geschiedenis en verhalen zoals de Max Havelaar. Hij heeft dit op een leuke manier gedaan, waardoor het helemaal niet vervelend wordt om te lezen. Ook verwijst hij in zijn boek terug naar citaten die hij eerder heeft geschreven. Dit vind ik persoonlijk erg leuk om te lezen.
Ook de samenhang tussen het begin en het einde van het boek vind ik erg mooi. Het begin en het einde van het boek lijken namelijk heel erg op elkaar. Hierdoor is het boek op een mooie manier afgesloten. Maar je blijft wel met vragen zitten waardoor het jammer is dat het boek uit is.
Ik vond 'Spijkerschrift' minder mooi dan 'Magnus' en 'Dit zijn de namen', maar ik vond hem mooier dan 'Het Diner', 'Het duister dat ons scheidt' en 'Isabelle'. Daarom komt 'Spijkerschrift' op de derde plaats te staan. Mijn top 5 wordt dus:
  1. Magnus
  2. Dit zijn de namen
  3. Spijkerschrift
  4. Het Diner
  5. Het duister dat ons scheidt

Argumentatieopdracht
Spijkerschrift is een prachtig boek!
  • De schrijver gebruikt korte en duidelijke zinnen, hierdoor is het boek makkelijk te lezen en te volgen.
  • Hij verwijst in zijn boek naar bijvoorbeeld Max Havelaar (blz 121-123), soera’s uit de Koran en gedichten. Hierdoor blijft het boek leuk en verrassend om te lezen. Ook wordt er in het boek verwezen naar eerder genoemde citaten, dit is ook erg leuk om te lezen.
o   Blz 176-179: Ismaiel verteld een verhaal aan zijn vader over een papegaai die dood neervalt. Daarna gebeurt in het normale verhaal ongeveer hetzelfde als in dit korte verhaaltje. 
o   Blz 86/87: gedicht van de Nederlandse dichter P.N. van Eyck
Blz 87: ‘’Een ontroerend gedicht. Een ontroerend verhaal. Ontroerd reed Aga
Akbar met zijn oom ...” Dit is de overgang van het gedicht naar het vervolg
van het verhaal. Op blz 89 wordt weer naar dit gedicht verwezen: ‘’Hier ligt 
de tuinman begraven, de man die ooit even ontsnapte aan de Dood.’’
  •  Goede verhaallijn. Het verhaal zit goed in elkaar en er zitten veel open plekken in waardoor het verhaal leuk is om te lezen. Ook de opbouw van het verhaal is goed.
  •  Meeslepend verhaal. Vooral het einde van het boek is erg meeslepend, omdat er veel open plekken in zitten en je daarom heel graag wil weten hoe het afloopt.
  •  Het is moeilijk om in het verhaal te komen, dit komt onder andere door de manier van schrijven en vertellen, maar de rest van het boek maakt dit helemaal goed. In het eerste gedeelte krijg je wel veel achtergrond informatie waardoor de rest van het boek beter te begrijpen is. 
  • Je krijgt tijdens het lezen een beter idee van de geschiedenis en cultuur van Iran. Hij vertelt ook gebeurtenissen uit de geschiedenis van andere landen.
o   Zo wordt bijvoorbeeld ook het verschil tussen de kennis van de oudere en de jongere mensen in het land duidelijk gemaakt. En in het begin ook het verschil van het leven van de mensen in de stad en de mensen in de kleine bergdorpjes.
o   Dit heeft Kader Abdolah op een heel subtiele manier gedaan. Hierdoor krijg je toch veel geschiedenis te lezen, zonder dat je het idee hebt dat je een geschiedenisboek aan het lezen bent.
o   Blz 162: “Hij was de eerste Perzische koning over wie er een verhaal in spijkerschrift in de grot van de Saffraanberg gebeiteld is: Ik heet Cyrus. Ik ben de koning der koningen.” 
o   Blz 253: hier wordt kort iets verteld over Cuba, Castro en Che Guevara. 
o   Blz 153: 'Enkele minuten later landde de Apollo voor het eerst op de maan en toen zette de mens voor het eerst zijn voet op de maanbodem. Ik schakelde het apparaat uit. De maan verdween.'
o   Blz 350: 'Zo gingen de maanden voorbij. En de jaren. De Berlijnse muur viel. Ismaiel kwam in Nederland terecht. Hij kreeg een huis in de polder. Een plek waar hij kon zitten en een raam van waaruit hij naar zijn verleden kon kijken.'
o   Blz 84/85: 'Tijdens de tweede wereldoorlog moest Reza Khan het land verlaten. Een beslissing die door de geallieerden is genomen. Hij had geen keuze, hij werd naar Caïro gestuurd en daar stierf hij. Diezelfde westerse regeringen hielpen zijn zoon (later bekend als sjah van Perzië) op de troon.'
o    Blz 159: op deze bladzijde wordt verteld over Mossadeq en Churchill. 
o   Blz 201: Ismaiel probeert aan zijn vader uit te leggen dat de aarde om de zon draait. Dit laat goed het verschil zien tussen de kennis van de oudere en de jongere generatie. 
  • In het boek staan meerdere woorden in het Perzisch, maar deze woorden worden achterin het boek uitgelegd. Hierdoor is het verhaal, ondanks deze Perzische woorden, makkelijk te volgen. Voorbeelden hiervan zijn: chador (sluier), gorma (dadel) en oessa (vakkundig). 
  • Op sommige plekken worden Nederland en het verhaal op een mooie manier samengevoegd. Hierdoor kom je weer een beetje uit het verhaal en realiseer je je weer dat het boek eigenlijk een vertaling is van het spijkerschrift van Aga Akbar. 
o   Blz 211: 'Prins Willem-Alexander zei het niet in het interview, maar ik zag dat hij duidelijk last had van de zware schaduw van zijn moeder. Ikzelf heb last van de zware schaduw van mijn vader. De prins vergiste zich toen hij dacht dat hij uit de schaduw was gekomen. Je kunt nooit uit de schaduw van zulke mensen komen, zelfs niet als ze doodgaan. Het wordt juist erger als ze doodgaan, ze keren sterker dan ooit in je leven terug.' Dit stuk verwijst op een mooie manier naar Nederland. En het laat ook mooi de relatie tussen Ismaiel en zijn vader zien. 
o   Blz 140:
In Iran: 'Neuriënd stak ik mijn hand naar haar en uit en terwijl ik alsmaar bleef neuriën, zag ik dat het licht van de wolvenogen doofde. Ik neuriede en ik zag dat Tines hand in het donker naar mijn hand zocht. Kom Tine, kom! fluisterde ik. We gaan iets eten. Ze kwam met moeite overeind en liep naar de woonkamer.'
In Nederland: 'ik kijk door het raam naar buiten, ik zie dat de wolf door de Hollandse polder naar de dijk holt. Laat hem gaan, laat hem verdwijnen, verdwalen op de nieuwe grond, zodat hij de weg naar Tine niet meer terug kan vinden.'
  • Het boek heeft een prachtige afsluiting, want het begin en het einde van het boek lijken erg op elkaar. Niet alleen de inhoud maar ook de naam. Het boek is namelijk opgedeeld in drie boeken, waarvan de eerste en de derde allebei ‘Spelonk’ heten
  • Aan het begin van elk hoofdstuk staat in een paar korte duidelijk zinnen beschreven waar het hoofdstuk over gaat. Dit heb ik nog nooit eerder gezien bij een boek maar ik vond het wel erg leuk. Door deze zinnen ben je namelijk erg benieuwd wat er precies in het hoofdstuk gaat gebeurden en wil je dus graag verder lezen.                                                                                                                          Blz 163: 'De sjah heeft een zoon gekregen. Er valt een dode papegaai                 uit de boom. Beide gebeurtenissen brengen verandering in de loop van het             verhaal.'
  • En natuurlijk zitten er ook mooie stukken in die niet bij het bovenstaande horen, maar wel genoemd moeten worden.
o   Blz 283: 'De oude tandarts was weg, dood, de duivel zat achter zijn oogkassen.'
o   Blz 269-270: 'gelukkig weet ik dat aan alles een einde komt. (Volgende blz:) Khomeini is inmiddels weg, dood, alsof hij nooit bestaan heeft.'Ik weet niet of het bedoeld of onbedoeld is maar deze verschillende bladzijden sluiten heel mooi op elkaar aan.
o   Blz 54:’’alle vogels waren al met hun nesten begonnen, behalve Aga Akbar. Voor hem was er geen liefde geen vrouw.’’ Dit lijk erg op een oud Nederlandse zin: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu? Dit betekent: 'Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve jij en ik; waar wachten we nog op?'
o   Blz 76: 'Dat was het geheim. Het ging niet alleen om sterke benen en intelligentie, je moest er ook behoefte aan hebben, je moest zover zijn dat je afstand van het leven nam, dat je het leven achter je liet, dat je het niet meer nodig had. Pas dan bereikte je de put.'
o   Blz 369: 'niemand durfde te huilen. Niemand durfde iets te zeggen. De nacht had Akbar en Goudklokje verborgen. [...] zijn grijze haar lichtte als gewassen zilver op in de pasgevallen sneeuw.'
o   Blz 269 onderaan: mooie tegenstelling (langzaam - snel)
o   Blz 116/117: "Beschadigd? Nee, niet echt, maar iedere keer als Ismaiel ziek werd, als hij het druk had, als hij de moed verloor, iedere keer als hij viel en een poging deed om overeind te komen, schreeuwde er iemand in zijn oor. Zijn vader. Hij was altijd in hem aanwezig."
o   Mooie bladzijdes: 36/37, 72/73, 270/271, 278/279