Samenvatting

De draad van
Pontus Beg
Pontus Beg is
een 53-jarige politiecommissaris in Michailopol, een grensstad in de steppe van Oekraïne. Hij heeft een huishoudster, Zita, die een lichtpuntje is in zijn
grauwe wereld en grijze bestaan. Pontus heeft geen kinderen en ook geen vrouw.
Hij vindt de wijsheden van de filosoof Confucius heel erg mooi. Zijn leven is
gericht op het bestrijden van pijn en ongemak, daarom is hij soms jaloers op
junks en alcoholisten, omdat die een ‘trampolineleven’ hebben.
Pontus heeft
lichamelijke en mentale problemen. Deze laatste problemen worden duidelijk als
in de stad een oude rabbijn sterft. De begrafenis wordt gedaan door de laatste
rabijn van de stad. Na de begrafenis komt Pontus meerdere keren bij de rabbijn
op bezoek. Hij vraagt de rabbijn naar een liedje dat hij zich herinnert uit zijn
kindertijd. Het liedje blijkt joods te zijn. Pontus krijgt steeds meer het idee
dat hij joods is, omdat zijn moeder ook een joodse naam heeft, daarom begint
hij met het bestuderen van de Thora.
Pontus is,
net als bijna iedereen in de stad, onderdeel van het systeem van corruptie. Als
Pontus een vrachtwagenchauffeur aanhoudt, omdat hij te hard reed, neemt Pontus
hem mee naar het politiebureau. De lading van de vrachtwagen wordt diezelfde
dag door een zware crimineel gestolen. Pontus gaat bij die crimineel op bezoek
en krijgt van hem een bedrag ter vergoeding.
De draad van
de vluchtelingen
Een groep
vluchtelingen betaald een groot geldbedrag aan een mensensmokkelaar, zodat ze
met een vrachtwagen over de grens worden gebracht. Ze worden afgezet en daar
begint hun barre tocht naar een betere wereld, die sterk doet denken aan de
tocht van het volk van Israël in het Oude Testament. De mensensmokkelaar heeft
ze de weg naar het westen gewezen en gezegd dat ze na een paar uur lopen bij
een stad aan zouden komen. Maar de uren worden dagen, dagen worden weken en de
weken worden maanden. Later blijkt dat ze helemaal geen grens gepasseerd zijn
en dat ze aan de rand van een steppe zijn afgezet. Ze beginnen met een groep
van ongeveer 15 vluchtelingen, maar aan het einde zijn er nog maar een paar
over: de lange man, de stroper, de vrouw, de jongen, de Ethiopiër, de man uit
Asjchabad en Vitaly. Ze hebben allemaal honger en dorst. De vluchtelingen zijn
bang voor de Ethiopiër, die ook wel Afrika wordt genoemd, omdat hij zwart is en
hun taal niet spreekt. Nadat de lange man is overleden wordt Afrika vermoordt. Niemand
weet wie het gedaan heeft, maar ze nemen zijn hoofd de rest van hun reis mee,
omdat ze denken dat het hoofd geluk zal brengen. De vrouw heeft een relatie
gekregen met de man uit Asjchabad en later zal blijken dat ze zwanger is.
In deel II
zijn beide verhaallijnen samengekomen. De groep zwervers heeft Michailopol
bereikt waar ze angstige gevoelens bij de
bevolking oproepen. Ze zien er uit als levende doden en lijken op die
manier op mensen die uit een concentratiekamp zijn verlost. De burgemeester van
Michailopol wil dat de politiemensen van Pontus Beg de vluchtelingen oppakken. Ook Pontus gaat zich ermee
bemoeien, maar het is een andere Pontus dan die uit deel I. Hij lijkt zich
vereenzelvigd te hebben met de vertegenwoordigers van het Joodse geloof en dan
voelt hij zich ook verwant met de vluchtelingen, want ook de Israëlieten hebben
door de woestijn moeten zwerven. Hij komt bovendien tot de lugubere ontdekking
dat ze een hoofd hebben meegedragen, als een soort relikwie. Iemand van de
groep heeft blijkbaar een moord gepleegd en
Pontus wil er wel achter komen wie dat heeft gedaan, maar de leden van
de groep lijken niet bereid te vertellen wie dat is. De jongen vertelt nog het
meeste aan Pontus. Ook worden nu enkele zaken verteld die op de steppe hebben
plaatsgevonden en komt Pontus erachter dat de vrouw zwanger is.
In het deel
“Voorjaar” gaat Pontus Beg met de jongen die hij nu de kleine Mozes noemt naar
een plaats vanwaar ze naar het Beloofde Land kunnen kijken. Beg zegt tegen de
jongen dat hij Jood moet worden, dan kan hij altijd papieren krijgen voor Israël. Dan zullen ze de papieren van de jongen moeten veranderen: hij moet de
zoon van de jood geworden Pontus worden: dan wordt hij ook jood en hij zal
Hebreeuws moeten leren. De roman eindigt op deze wijze hoopvol, want de jongen
wil wel doen wat Pontus aanraadt.
(Bron: http://www.scholieren.com/boek/12249/dit-zijn-de-namen/zekerwetengoed. Ik heb de samenvatting ingekort en
aangepast.)
Mening
Het boek ‘Dit
zijn de namen’ is absoluut niet saai en daarom vond ik het erg leuk om dit boek
te lezen. Ook is het boek in makkelijke taal geschreven, waardoor hij snel en
makkelijk te lezen is. Er zitten meerdere verhaallijnen in het boek, maar dit
zorgt niet voor verwarring en aan het einde komen ze op een iets voorspelbare
manier bij elkaar. De twee verhaallijnen zijn goed uitgewerkt en doordat ze
elkaar afwisselen blijft het verhaal ook spannend.
De vorige
boeken die ik heb gelezen hadden allemaal een duidelijk doel, maar bij de
verhaallijn over Pontus Beg was dit niet het geval. Aan het einde van die
verhaallijn is het doel om meer te leren over het jodendom en om erachter te
komen of hij zelf een jood is. Bij de verhaallijn over de vluchtelingen was er
wel een duidelijk doel, namelijk aankomen in de betere wereld.
Ook vond ik
de verwijzingen naar Chinese filosofen en de verwijzingen naar het Oude
Testament erg leuk en goed bedacht. Dit geeft namelijk meer diepgang en maakt
het boek ook wat leuker om te lezen.
Ik zou het
boek wel aanraden aan anderen, omdat het boek spannend, leuk en mooi is. Wel is
het een vreemd boek, maar dat is bij ‘Dit zijn de namen’ niet negatief.
Ik vond ‘Dit
zijn de namen’ minder mooi dan ‘Magnus’, omdat de verhaallijn van ‘Magnus’
spannender is. Wel vind ik ‘Dit zijn de namen’ een mooier boek dan ‘Het diner’,
omdat ik ‘Dit zijn de namen’ met meer plezier gelezen heb. Daarom komt het boek
dus op de tweede plaats te staan. Mijn top 5 wordt dan:
- Magnus
- Dit zijn de namen
- Het diner
- Het duister dat ons scheidt
- Isabelle
Argumentatieopdracht
Wat heb ik net gelezen?
“Dit zijn de
namen van de zonen van Israël die naar Egypte getrokken zijn.” Zo begint het
Bijbelboek Exodus en deze woorden verwijzen naar de vluchtelingen in het boek ‘Dit zijn de
namen’ geschreven door Tommy Wieringa. In het boek beschrijft hij het sombere
leven van Pontus Beg, een politiecommissaris in de stad Michailopol. Het leven
van Pontus wordt minder somber als hij de laatste jood van de stad ontmoet en
erachter komt dat hij zelf ook joods is. De andere verhaallijn gaat over een groep
vluchtelingen die een reis maken naar een betere wereld, maar deze tocht is
zwaar en land waardoor meerdere vluchtelingen dood gaan.
Nadat ik de laatste woorden van het boek
‘Dit zijn de namen’ gelezen had, kon ik maar aan één ding denken; wat heb ik
net gelezen? Een prachtig boek, maar toch ook wel vreemd. Dit komt omdat er
zoveel dingen in het boek gebeuren, maar als je langer over het boek gaat
nadenken zit hij eigenlijk heel goed in elkaar. De verwijzingen naar de Bijbel
en de Thora zijn een mooie aanvulling aan het verhaal, net zoals de citaten van
Chinese filosofen. Afgezien van deze citaten is het verhaal eenvoudig geschreven,
maar er zitten wel mooie beschrijvingen in van bijvoorbeeld de natuur.
De twee
verhaallijnen in het boek wisselen elkaar steeds af, waardoor het boek spannend
en leuk blijft om te lezen. Wieringa verteld de gebeurtenissen niet te uitgebreid, maar je
krijgt genoeg informatie om de verhalen te volgen. Hij heeft hier de perfecte
balans in gevonden en dat zie je niet bij veel boeken. Doordat deze balans goed
is en doordat de verhaallijnen goed uitgewerkt zijn, is het boek erg meeslepend.
Kortom ‘Dit zijn de namen’ is een prachtig
boek om in je vrije tijd te lezen. En het is zeker de moeite waard om een paar
uren van bijvoorbeeld je vakantie te gebruiken om het verhaal van Pontus Beg en
een groep vluchtelingen te lezen. Dit alles verklaart ook waarom het boek de
Libris Literatuurprijs en de lezersprijs van de Gouden Boekenuil heeft
gekregen. Dus zeker de moeite waard om te lezen!
Voorbeelden uit het boek
Uitspraak van een Chinese filosoof:
blz 37: "De meester zei: Als men 's morgens de Weg leert kennen, kan men 's avonds (tevreden) sterven.
Verwijzingen naar de Bijbel:
blz 27: "Neemt dit brood, want het is mijn lichaam, had Jezus van Nazareth tijden het laatste Avondmaal tegen zijn discipelen gezegd. "Neemt dit lichaam, want het is mijn brood", zei Tina Bazooka tegen haar klanten.
De vluchtelingen hadden het hoofd van Afrika bij zich, zoals de Joden drieduizend jaar geleden het gebeenten van Jozef met zich mee hadden gedragen. Op blz. 248 staat:
"Zeker zal God jullie eens gedenken en dan moeten jullie mijn van hier met je meenemen"
blz 38: "Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en niet sterft, blijft het bij één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht."
Omschrijving van de natuur:
blz 15: "Ze zagen grafietkleurige wolken in het Noorden, maar die kwamen nooit dichterbij."
Voorbeelden van beeldspraak / mooie omschrijvingen:
blz 61: "Terwijl hij zich door de steppe sleepte, werd hij gestoken door de horzels van zijn gedachten."
blz 101: "Een eindeloze, slapeloze nacht. Hierbinnen tikte niet dezelfde klok als daarbuiten! De wijzers liepen vast, ze sleepten zich over de wijzerplaat voort, als vliegen gevangen in stroop."
blz 17: "Achter hen werden hun voetstappen vlug uitgewist. Ze waren voorbijgangers, ze lieten geen sporen en geen herinneringen na."
blz 147: "Nooit leken ze meer verdwaald dan wanneer ze opstonden en de moedeloos makende vlakte zich voor hen uitrolde."
blz 92: "Oude vrouwen waren zo zwaar beladen met geblokte tassen dat het een wonder was dat ze niet als afgesloofde cavaleriepaarden door hun benen zakten."
Voorbeelden uit het boek
Uitspraak van een Chinese filosoof:
blz 37: "De meester zei: Als men 's morgens de Weg leert kennen, kan men 's avonds (tevreden) sterven.
Verwijzingen naar de Bijbel:
blz 27: "Neemt dit brood, want het is mijn lichaam, had Jezus van Nazareth tijden het laatste Avondmaal tegen zijn discipelen gezegd. "Neemt dit lichaam, want het is mijn brood", zei Tina Bazooka tegen haar klanten.
De vluchtelingen hadden het hoofd van Afrika bij zich, zoals de Joden drieduizend jaar geleden het gebeenten van Jozef met zich mee hadden gedragen. Op blz. 248 staat:
"Zeker zal God jullie eens gedenken en dan moeten jullie mijn van hier met je meenemen"
blz 38: "Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en niet sterft, blijft het bij één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht."
Omschrijving van de natuur:
blz 15: "Ze zagen grafietkleurige wolken in het Noorden, maar die kwamen nooit dichterbij."
Voorbeelden van beeldspraak / mooie omschrijvingen:
blz 61: "Terwijl hij zich door de steppe sleepte, werd hij gestoken door de horzels van zijn gedachten."
blz 101: "Een eindeloze, slapeloze nacht. Hierbinnen tikte niet dezelfde klok als daarbuiten! De wijzers liepen vast, ze sleepten zich over de wijzerplaat voort, als vliegen gevangen in stroop."
blz 17: "Achter hen werden hun voetstappen vlug uitgewist. Ze waren voorbijgangers, ze lieten geen sporen en geen herinneringen na."
blz 147: "Nooit leken ze meer verdwaald dan wanneer ze opstonden en de moedeloos makende vlakte zich voor hen uitrolde."
blz 92: "Oude vrouwen waren zo zwaar beladen met geblokte tassen dat het een wonder was dat ze niet als afgesloofde cavaleriepaarden door hun benen zakten."